Een pas afgestudeerde jonge priester trekt naar een dorpje in de bergen van Colombia. In de teruggetrokkenheid van het bergdorp hoopt hij zich volledig aan God te kunnen wijden. Hij wil de mensen leren vredelievend en christelijk te leven en God te zoeken. De dag na zijn aankomst wordt er een moord gepleegd. De man die van deze moord wordt beschuldigd, zoekt bescherming bij de priester. De priester gelooft in zijn onschuld en neemt het voor hem op, waardoor hij tegenover de dorpsbewoners komt te staan. De gemoederen lopen hoog op en al snel leert de priester het harde, ruwe bergvolk beter kennen dan hem lief is. Hoe idealistisch en godvruchtig hij ook is, hij kan hen niet veranderen. De priester voelt zich steeds machtelozer en het kost hem grote moeite de goede herder te blijven die hij voor zijn schapen wil zijn. Dan wordt hij teruggeroepen door de bisschop ...