Wat is eigenlijk het bijzondere aan Willems taalgebruik in zijn meesterlijke Van den vos Reynaerde? Waarin verschilt zijn stijl van die van Diederic van Assenede in Floris ende Blancefloer? En hoe zit het met ridderromans als Ferguut, Walewein of Karel ende Elegast?Over de stij en schoonheid van onze oudste verhaalkunst gaat Prikkeling der zinnen. Aan de hand van een twintigtal klassieke verhalen wordt de stilistische diversiteit van de Middelnederlandse epiek stap voor stap onthuld. Dit boek laat zien dat Middelnederlandse dichters allesbehalve eenvormig schreven, maar juist eigen uitdrukkingswijzen kenden. Het biedt voorbeelden van virtuoze rijmers, van levendige en soms choquerende beschrijvingen, van hoofse dialogen tussen geliefden en kruidige scheldpartijen tussen ridders, van oude verzen met veel zwier en vreemde woorden.In Prikkeling der zinnen belicht Joost van Driel deze stilistische variatie in haar volle breedte en literair-historische context. Bronnen en genres, de Latijnse traditie en de mondelinge overlevering, publiek en ontstaansmilieu komen aan bod, om ten slotte uit te komen bij waar het om draait in veel grote literatuur: de schrijver en zijn individualiteit.Dr. Joost van Driel (1976) doceert Nederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij publiceerde eerder over middeleeuwse literatuur, in het bijzonder de Middelnederlandse verhaalkunst.