Op een fietstocht met zijn vrouw langs oude Groninger kerken las de schrijver de geschiedenis waardoor Faan zo berucht is geworden. De routebeschrijving van de Stichting Oude Groninger Kerken beschrijft het drama als volgt: 'In 1751 vond hier een gruwelijk monsterproces plaats, waarbij Rudolf de Mepsche een belangrijke rol vervulde. Waarschijnlijk is het proces niet eerlijk verlopen, want onder de slachtoffers bevonden zich politieke tegenstanders van De Mepsche. Deze gebeurtenis intrigeerde de auteur in hoge mate, te meer omdat bij nadere studie bleek dat hij praktisch alle verhalen over Faan sprake is van geschiedvervalsing. De auteur onderbouwt op overtuigende wijze zijn stelling dat de plaatselijke dominee Byler zijn vriend Rudolf de Mepsche ophitste.