Het jaar 1672 staat in de Nederlandse geschiedenis gegrift als het Rampjaar. In dat jaar werd de Republiek overrompeld door een gecombineerde aanval van de Franse koning, de Engelse koning en de bisschoppen van Münster en Keulen. Sinds de Romeinen had Europa geen groter leger aanschouwd; het laatste uur voor de Republiek leek aangebroken. Hoe kwam het dat het land toch overleefde? Aan de hand van de belevenissen van het gezin Van Reede - een vader, een moeder en hun zoon - laat Luc Panhuysen zien hoe de dagelijkse praktijk eruitzag, maar ook hoe de Republiek zichzelf opnieuw uitvond. De correspondentie van deze drie gezinsleden behoort tot de mooiste die uit de zeventiende eeuw is overgeleverd. Rampjaar 1672 beschrijft op indringende wijze de grootste crisis van de Gouden Eeuw, een jaar van zeventien maanden waarin Nederland 'redeloos, radeloos, reddeloos' heette