Een radiodocumentaire. Een eeuw nadat de geuzen Den Briel innamen en de strijd voor onafhankelijkheid van Spanje begon, dreigt er alweer een einde te komen aan het bestaan van de Republiek van de Verenigde Nederlanden. Want in de lente van 1672 wordt de jonge Republiek aangevallen door Engelse, Franse en Duitse troepen. De Engelse vloot valt Nederlandse schepen aan en de landlegers van Lodewijk xiv en de bisschop van Münster marcheren ongehinderd door Overijssel en Gelderland naar Utrecht en Groningen. De ene na de andere stad valt zonder tegenstand te bieden in de handen van de vijand. Tienduizenden mensen vluchten in paniek voor de troepen uit. Het kleine legertje van de Republiek trekt zich hals over kop terug naar Holland, achter de waterlinie. Deze oorlog stort het land in een diepe gezagscrisis die uiteindelijk leidt tot de roep om herstel van de Prins van Oranje als stadhouder en de moord op de gebroeders De Witt. Baron Godard Adriaan van Reede, heer van het kasteel van Amerongen, brengt dit jaar als ambassadeur door in het gezelschap van de keurvorst van Brandenburg die hij wil overreden om troepen te sturen om de benarde republiek te hulp te schieten. Op zijn missie ontvangt hij talloze brieven van zijn vrouw en zoon die in Nederland zijn achtergebleven. Zijn vrouw, kasteelvrouwe Margareta Turnor, vlucht van Amerongen naar Holland en volgt de gebeurtenissen vanuit Amsterdam en den Haag. Zijn zoon, Godard van Reede, dient als kolonel van een regiment ruiters in het Staatse leger. Al hun angst, hoop en verontwaardiging delen moeder en zoon in hun brieven met het afwezige gezinshoofd. Deze briefwisseling is de basis van de documentaire over het rampjaar 1672. Naast de brieven hebben de samenstellers gebruik gemaakt van ooggetuigenverslagen, krantenberichten, diplomatieke brieven, scheepsjournalen, pamfletten, liederen en gebeden uit de tijd zelf.