Dit boek richt zich - misschien zelfs voornamelijk - tot mensen die geen Latijn of Grieks gestudeerd hebben, maar evenzeer tot hen die deze oude talen wel bestudeerden en wellicht één en ander uit hun studietijd vergeten zijn. Hoe dan ook, we hebben allen dagelijks te maken met gevleugelde uitdrukkingen of met woorden die uit de twee basistalen van de westerse cultuur afkomstig zijn. Denk maar aan veni, vidi, vici of de gustibus non disputatur. Veelgebruikte woorden verraden eveneens hun klassieke achtergrond: agenda, anorexia, bonus-malus, campus, decibel, in memoriam, mala fide en mea culpa. Over veel voor- en achtervoegsels kan hetzelfde worden gezegd: bio-, post-, pro-, en -itis, -logie, -sofie.