De meeste leden van de Amsterdamse verzetsgroep CS-6 zijn tijdens de oorlog gefusilleerd. Bekende namen als die van de familie Boissevain, Hans Katan, Pam Pooters, Gerrit Kastein, Jan Verleun, Jan van Mierlo en Leo Frijda. Maar ook naamloze studenten, kunstenaars en communisten, veelal rond de 20 jaar. De naam van Reina Prins Geerligs is vooral bekend geworden door de literaire prijs die haar ouders hebben ingesteld voor debuterende schrijvers, zoals Gerard Reve en Harry Mulisch. Minder bekend is dat zij in CS-6 zat en zelfs tot gewapend verzet was overgegaan. In Oranienburg is zij samen met Truus van Lier en Nel Hissink-van de Brink gefusilleerd; zingend en met opgeheven hoofd. Er zijn veel raadsels omtrent haar arrestatie. Tot lang na de oorlog hebben haar ouders geprobeerd erachter te komen wat er precies met hun dochter is gebeurd.