Een 37-jarige vrouw, haar naam wordt nergens genoemd, maakt iets afschuwelijks mee in de metro van New York. Een zwerver wil haar voor een trein gooien, maar zij weet zich los te rukken, waarna een andere vrouw het slachtoffer wordt. Een oud gevoel is weer springlevend: ze voelt zich schuldig dat zij leeft en een ander niet. Als meisje voerde ze elf jaar lang gesprekken in haar kast met een zusje dat alleen in haar verbeelding bestond. Nancy, zoals ze haar noemde, was het zusje dat door een miskraam nooit werd geboren. De vrouw verlaat haar snelle leven in New York en keert terug naar het landelijke Virginia, waar zij alleen met haar moeder opgroeide. In het oude Victoriaanse huis dat zij koopt, denkt zij na over de trauma’s uit haar jeugd en de relatie met haar moeder, die inmiddels balanceert op de grens tussen excentriciteit en dementie. Redding gaat over wat je wel en niet uit je jeugd moet meenemen en over de subtiele en soms desastreuze manier waarop moeders en dochters elkaar steeds weer kwijtraken en vinden.