Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Parlementaire geschiedenis van Nederland na 1945, Deel 7 In 1959 stond de aimabele, maar politiek onervaren Jan de Quay voor de taak om de eerste naoorlogse regering zonder sociaal-democraten te leiden. Ondanks de zonnige economische perspectieven van die tijd zou het geen gemakkelijke opgave blijken. Het kabinet-De Quay kampte met een groot aantal gevoelige zaken, zoals de kwestie Nieuw-Guinea: een nationaal en internationaal kruitvat. Hierbij speelde minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns een sleutelrol. Ook moest het kabinet voortdurend opboksen tegen zijn 'rechtse' imago. In hun ambitie het sociaal-economisch beleid te liberaliseren, werden de ministers niet alleen gedwarsboomd door de oppositie, maar ook door de linkervleugel van de confessionele partijen, die wilde bewijzen dat sociale politiek ook zonder de PvdA mogelijk was. Een conflict over de bouw van slechts 2500 woningen leidde eind 1960 tot een kabinetscrisis: de zogenaamde 'jenevercrisis'. Toch slaagde het gereconstrueerde kabinet erin de rit uit te zitten. Wim Kan zong: 'Lijmen Jan, lijmen Jan'. In 1963 zou De Quay afscheid nemen als een bijzonder populaire premier.