Dat liefde soms pijn kan doen leerde Péter Esterházy al op zeer jonge leeftijd. Hij is slechts vier jaar oud als hij getuige is van wat de sportgeschiedenis zou ingaan als het Wonder van Bern. Het beste Hongaarse nationale voetbalelftal aller tijden met beroemde en geniale voetballers als Toth, Kocsis, Hidegkuti en Puskás bereikt tijdens het WK voetbal van 1954 de finale. In deze finale moeten de zwaar favoriete Hongaren het opnemen tegen West-Duitsland, dat in de groepsfase gemakkelijk met 8-3 was verslagen. Tijdens de finale, op 4 juli 1954 in Bern, loopt het echter helemaal anders. Tot ieders verbazing winnen de Duitsers ten koste van de Hongaren met 3-2 het WK voetbal. Het verlies komt als een harde klap aan bij het Hongaarse volk, dat inmiddels deel uitmaakte van de wereld achter het IJzeren Gordijn en nog altijd de oorlogswonden likte. Péter Esterházy refereert als volgt aan de verloren WK-finale: 'Met mijn hele hebben en houden probeer ik die negentig minuten uit het geheugen van de wereldgeschiedenis te wissen.' Ondanks deze negatieve gebeurtenis is Reis naar het einde van het strafschopgebied een liefdesverklaring aan een sport waarin Péter Esterházy zelf zeer bedreven is geweest en waarin zijn broer Márton het tot international bracht en uitgroeide tot sterspeler bij Austria Wien en AEK Athene. Reis naar het einde van het strafschopgebied kan omschreven worden als een even geestige als gedreven speurtocht naar de diepe wortels van Esterházy's voetbalpassie.