In Reizigers in God wordt een ealeidoscopisch beeld van de scheutisten geschetst. De laatste overlevende China-veteranen rakelen de grandeur op van de moedermissie in Binnen-Mongolie die na de communistische machtsovername werd opgedoekt, prille zeventigers vertellen over het rijke roomse leven waarin achttienjarigen met de ogen dicht de weg naar het noviciaat vonden.