Boudewijn is een gevoelige, wat onzekere jongen, die moeite heeft zijn weg te vinden. Hij heeft een sterkte fascinatie voor muziek en vanaf het moment dat hij voor het eerst een saxofoon aan zijn lippen zet, weet hij waar hij voor leeft. Hij is erg goed en zijn publiek is diep onder de indruk van de jazz, die rechtstreeks uit zijn ziel lijkt te komen. Muziek betekent voor hem tevens drank, heel veel drank en het een lijkt niet zonder het ander te kunnen. Periodes van enorme successen en tijden van diep verdriet wisselen elkaar af in zijn leven. Boudewijn krijgt in de muziek steeds meer erkenning en wordt uitgenodigd voor een tournee in Amerika. Na twee weken in een permanente staat van dronkenschap te hebben verkeerd, wordt hij eruit gegooid en gaat failliet aan de schade die hij heeft aangericht. Ben Leistra weet de dilemma's van de hoofdpersoon, zijn wanhoop en zijn euforie op zeer overtuigende en meeslepende wijze over te brengen. Een bijzonder boek over een langzaam ontsporend leven.