Ze wonen in een Moskous appartement en zijn tot elkaar veroordeeld. Een ouder echtpaar, dat wacht op bericht van hun zoon uit de loopgraven. Een grootmoeder, die denkt dat nadat haar kat is vermoord de huisgenoten háár willen ombrengen. Een stille taxichauffeur uit Georgië, die in de voormalige provisiekast woont en slaapt als iedereen werkt. Dan nog de gepensioneerde vertaler Ginés Toyos Amezaga. Met honderden andere kinderen werd hij na de Spaanse burgeroorlog op een schip gezet naar een betere toekomst in het communistische Rusland. Ze groeiden op in tehuizen en moesten zichzelf maar zien te redden. Nu, meer dan vijftig jaar later, overweegt Ginés om terug te keren naar Spanje. Maar de brute moord op zijn vriend lijkt het hem onmogelijk te maken. In een schrift begint hij een dagboek... Olga Merino's visie is beangstigend fris en huiveringwekkend wijs. Dit boek zit vol talent. Manuel Vázquez Montalbán Olga Merino heeft de fascinerende weg gekozen van de diepzinnige commerciële roman. Ze vermaakt ons, maar geeft ons meteen ook iets om over na te denken. El País De auteur heeft haar journalistieke ervaringen gebruikt om een aanstekelijke roman te schrijven, een sociale geschiedenis in de vorm van een literaire thriller. Alles bij elkaar een prachtig literair debuut. La Vanguardia