De Venezolaanse schrijver Arturo Usplar Pietri (Caracas, 1906-2000) gebruikte in 1948 als eerste de term 'magisch realisme' om de Latijns-Amerikaanse literatuur te beschrijven. Begin jaren dertig deelde hij zijn woning in Parijs met Alejo Carpentier en Miguel Angel Asturias en schreef hij Rode lansen, zijn beroemde historische roman over de onafhankelijkheidsoorlog van 1811-1821 in Venezuela. Het verhaal verloopt lineair en kent drie hoofdpersonen. Presentación Campos is opzichter van El Altar, het landgoed van Fernando Fonta. Als de oorlog uitbreekt, met alle gruwelijkheden van de strijd, komen ook zij tegenover elkaar te staan: Campos komt met de slaven in opstand en schaart zich aarzelend aan de Spaanse kant, terwijl Fonta uit ideologische overwegingen voor het revolutionaire leger kiest. De derde hoofdpersoon, en uiteindelijke triomfator, is Simon Bolívar, die in de roman wel alom tegenwoordig is via anderen, maar alleen in het begin en aan het eind in eigen persoon aanwezig is. Daardoorheen speelt de liefde tussen de zus van Fernando, Inés, en zijn vriend, de Engelse kapitein David. Deze liefdesgeschiedenis krijgt een noodlottige wending wanneer Campos Inés verkracht en voorgoed een einde maakt aan de oude verhoudingen door ook haar ouderlijk landhuis in brand te steken. Uslar Pietri is getuige geweest van de geschiedenis van Latijns-Amerika in de twintigste eeuw en was een van de voornaamste critici van Venezuela. Rode lansen, een jeugdwerk, wordt gezien als de eerste 'moderne' Spaans-Amerikaanse roman, die de Latijns-Amerikaanse vertelkunst op historische wijze heeft vernieuwd. Rode lansen is spannend, mede dankzij de verhaalstructuur waarin de verteller buiten het verhaal staat en zich van commentaar onthoudt. De Nederlandse vertaling van deze klassieker is uitgebreid met een Voorwoord dat Uslar Pietri in 1995 schreef.