Maiqi, een machtige Tibetaanse landheer, bedrijft op een nacht stomdronken de liefde met zijn Chinese vrouw. Het kind dat hieruit voortkomt is een idiote jongen, die de werkelijkheid vooral intuïtief beleeft. Uit zijn mond wordt het verhaal opgetekend dat zich afspeelt in het Tibet van eind negentiende, begin twintigste eeuw.