Als door een curieus ongeval de tachtigjarige moeder in 'Blote vogels' plotseling overlijdt, brengt dat bij haar dochter vele herinneringen boven, waarin vooral de verhouding tussen de generaties van vrouwen in hun familie - moeder, grootmoeder, dochter - centraal staat. Via een vlechtwerk van snelle, treffende associaties en scherpe observaties leren we de levens van die vrouwen kennen en zeker dat van de hoofdpersoon, die als vrijwilligster in een Bijna-Thuis-Huis werkt. Daar wordt ze geconfronteerd met oude mensen in hun allerlaatste dagen, die spiegels worden voor haar eigen verleden. De geraffineerd uitgezette verhaallijnen vormen een intense, ontroerende roman, waarin ernst en lichtvoetigheid een subtiel evenwicht vormen. 'Blote vogels' is een gedurfd debuut.