Met de Jodenvervolging van 1940-1945 wilden de nazi's de Joden vernietigen als definitieve oplossing van de Judenfrage. Maar alvorens de Joden te vermoorden zorgde de Duitse bezetter ervoor eerst hun bezittingen in handen te krijgen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is door Duitsers voor op zijn minst 13,6 miljard euro in hedendaagse waarde van de Nederlandse Joden gestolen. Na de oorlog had de Nederlandse regering zich als taak gesteld de geroofde eigendommen aan de oorspronkelijke eigenaren terug te geven. Dit naoorlogse Rechtsherstel is vanaf 1990 onderwerp geweest van omvangrijk onderzoek. Econoom Philip Staal – een van de ondertekenaars van de overeenkomst met de banken, de Amsterdamse beurs en de Joodse organisaties, waarin medio 2000 de teruggave van 143 miljoen euro aan Joodse oorlogstegoeden werd geregeld – kwam in die periode tot het besef dat er door niemand ooit was gekeken naar het vermogensbeheer van de ruim 1300 minderjarige Joodse oorlogswezen. Hij besloot zelf te onderzoeken wat er met de nalatenschappen van hun ouders is gebeurd. Roestvrijstaal is enerzijds het schrijnende verhaal van een peuter die zijn ouders verloor en na de onderduik in weeshuizen terechtkwam, anderzijds is het een historisch document over het financiële rechtsherstel ver na de oorlog, uiterst nauwgezet gedocumenteerd en voorzien van een uitgebreid notenapparaat. "Roestvrijstaal is de weerslag van een emotionele zoektocht, die Philip Staal bewonderenswaardig ingetogen onder woorden heeft gebracht. Achter zijn koude feiten gaat een wereld van leed en onrecht schuil. Het rechtsherstel is ruim zestig jaar na de Tweede Wereldoorlog nog altijd niet voltooid. Zijn boek is een goed onderbouwd pleidooi voor grondig en onafhankelijk onderzoek naar de manier waarop de belangen van Joodse oorlogswezen na de bevrijding zijn behartigd." Joop Bouma, verslaggever bij het dagblad Trouw, oktober 2008