Rita Zecher (Berlijn, 1953) groeit op in Antwerpen, studeert geneeskunde in Brussel en wordt kinder- en jeugdpsychiater. In 2008 biedt Nederland haar de kans een jeugddroom waar te maken: werken en leven op een Caribisch eiland. Naarmate ze zich meer inzet voor seksueel misbruikte kinderen komt ze in aanraking met de politie, de daders en hun advocaten. Als enige kinderpsychiater op Aruba, zonder steun van een sterk team, voelt ze zich niet meer veilig en keert na twee jaar terug naar Nederland. De bevolking van Aruba, een eiland in beweging, is zich bewust geworden dat de situatie zoals zij nu is, waarbij elke schanddaad in de doofpot wordt gestopt, niet meer gedoogd kan worden. De pers, diverse stichtingen en moedige moeders van slachtoffers vechten voor de rechten van het kind. Het is tijd dat de slachtoffers meer hulp van buitenaf krijgen. Onze kinderen zijn de mensen van morgen. "Eindelijk iemand die durft te praten!" "Alle ogen zijn op mij gericht. Het zweet breekt me uit. Ik ben geen openbaar aanklager en wil dat ook niet zijn. Ik ben arts en psychiater. Ik wil niemand schade berokkenen. De zaak is niet strafrechtelijk onderzocht, hoe kan ik dan een oordeel vellen? Maar ik wil Debby beschermen. Zo lang er geen tegenbewijs is heeft een slachtoffer het recht geloofd te worden." "Mijn hart ligt altijd bij de slachtoffers en ik geef graag mijn steun aan de benadeelden, maar als de volkswoede eenmaal ontvlamt en hiërarchieën omver gestoten worden, dan stap ik eruit. Ministers lynchen is niet de oplossing." "Omdat ik een groot cliënteel heb moeten achterlaten en het gevoel heb dat er dringend iets moet gebeuren om de kinderen op Aruba te beschermen tegen verdere mishandeling, heb ik besloten dit boek te schrijven, uitsluitend in opdracht van het kind in mij."