Emma, een jonge psychiater, belandt met een kogel in de rug in het ziekenhuis. De politie staat voor een raadsel. Werd ze het slachtoffer van een racistische aanslag of van een misverstand? Of heeft het iets te maken met haar behandeling van Bobby Zillion, een opkomende popster met heftige stemmingswisselingen? In lange gesprekken met ziekenhuisaalmoezenier Herman maakt Emma een reconstructie van het verloop van Bobby’s therapie, doorspekt met herinneringen aan haar ouders - Kameroenese immigranten -, haar jeugd en studies, haar eerste stappen als psychiater en haar ontmoeting en leven met haar grote liefde Cindy. Haar verhaal roept grote vragen op: Zal ze ooit nog in staat zijn om stoffelijke voorwerpen of druk- en pijngewaarwordingen te herkennen, te voelen? Zijn ongewenste emoties altijd weg te denken? Kan een remedie tegelijk een kwaal zijn? Is wat haar overkomt een onrecht of haar verdiende loon? En waarom neemt Cindy haar mobieltje niet op? Doorheen het verhaal van Emma krijgt de lezer ook een onthutsend beeld van de zieleroerselen van een popidool, geïnspireerd door leven en werk van superster Robbie Williams.