Antwerpen, 1649. De gewezen beursspeculant Maarten van Groenen is een kunstminnend rentenier. Hij heeft meer dan gewone aandacht voor leven en werken van Antwerpens beroemdste inwoner aller tijden, schilder Pieter Paul Rubens, die negen jaar eerder is overleden. Gaandeweg komt Maarten voor een aantal prangende vragen te staan. Wat gebeurde er bijvoorbeeld tijdens de nachtelijke bijeenkomst in het Rubenshuis in de zomer van 1638, toen Pieter Paul Rubens, al dan niet in de ban van de Rozenkruisers, een delegatie van 'geleerden' ontving? Waarom bood zijn schildersatelier soms de aanblik van een alchemisten-kelder? Vanwaar zijn bovenmatige belangstelling voor mummies, waarvan hij er een aantal aankocht?