Roos stapt in Singapore als machinist aan boord van een containerschip. Het ruikt er naar specerijen en zware olie. Op stille momenten, wanneer de alcohol rijkelijk vloeit, groeit bij de bemanning het besef dat er een vrouw aan boord is. De verknipte kapitein Valk, die vanaf het begin zijn oog op Roos heeft laten vallen, duikt telkens in haar buurt op. Ook andere bemanningsleden doen stuntelige toenaderingspogingen. Op het moment dat Roos de ogen van fitter Boris ontmoet, een getrouwde Rus die veel ouder is dan zij en lager staat in rang, verliest ze elke grond onder haar voeten. Haar gedachten en begeertes zijn vanaf dat moment volledig zijn eigendom.