Karel de Vey Mestdagh (1950) debuteerde in 2005 met «Onder een hemel van tin», een autobiografisch getinte verhalenbundel. Met «Ruwe olie» zet De Vey Mestdagh een volgende stap als schrijver. De urgentie van de feiten die aan dit verhaal ten grondslag liggen, bracht hem ertoe een even onbekende, als bijzondere episode in de internationale politiek als uitgangspunt te nemen voor een roman. 'Onder het immense dek wiegde het stinkende zwarte goud op de lange deining van de oceaan. Crude, hoe ruw kon olie zijn!' De wereld in 2001. VN-sancties worden aan alle kanten ontdoken. Illegale olie is onderweg uit Irak als de Verenigde Staten worden getroffen door terreur. Een tankerkapitein komt in gewetensnood. Daarna raakt alles in een maalstroom. De Amerikanen handelen raadselachtig – Curaçao wordt erbij betrokken. Het eiland komt klem te zitten tussen zwendel en machtspolitiek. En daar dwars doorheen speelt passie, en twijfel. De hoofdpersonen uit dit boek rest uiteindelijk niets anders dan schoon schip te maken. Ieder op zijn eigen manier. «Ruwe olie» laat zien hoezeer internationale gebeurtenissen kunnen ingrijpen in het leven van gewone mensen.