Als vierjarige belandde ik in een Japans kamp op Midden-Java met mijn moeder en twee zusjes. Ik overleefde dit ternauwernood. Ik heb ontdekt dat de rode draad in mijn bezigzijn in de wereld het proberen te voorkomen dat vrouwen en kinderen vernederd worden is geweest. Mijn herkennen van situaties, gevoelens en ervaringen van mensen in onderdrukte posities blijkt vrij groot te zijn en opgemerkt te worden. Mijn moeder was mijn grote voorbeeld door haar positieve kracht. Deze trof ik ook aan bij veel vrouwen uit derde wereldlanden. Ondanks armoede, geweld en martelingen namen zij het heft in eigen handen. Dit boek geeft mijn reis door mijn leven en de wereld weer. En hoe dit een positieve wisselwerking op elkaar heeft, ondanks vele negatieve ervaringen.