In zestien satiren neemt Juvenalis de bandeloosheid, het verval en de misstanden van hert mondaine Rome uit de eerste eeuw na Christus onnavolgbaar op de hak. Seksuele uitspattingen, overspel, uitbuiting, discriminatie, cultuurbarbarij, het is slechts een greep uit de onderwerpen die de revue passeren in de schitterende satiren die Juvenalis tussen 100 en 130 publiceerde. Juvenalis' satiren gaan onder meer over decandente mannen en het homohuwelijk, buitenlanders, parasieten, abortus, ware adel, schandknapen, de ijdelheid van het menselijk streven (met de beroemde uitdrukking 'brood en spelen'), joden en bijgeloof.