Na de dood van hun moeder besluiten Nina en Simon op kamers te gaan in de plaats waar ze gaan studeren. Nina komt terecht in een studentenhuis in Utrecht, waar ze al snel bevriend raakt met Mart, een student die boven haar woont. Pas na maanden beseft Nina dat ze niets meer van haar broer gehoord heeft. Tevergeefs probeert ze contact te zoeken met Simon, maar hij reageert op geen enkele oproep. Totdat hij onverwacht, om half twee 's nachts, voor haar kamer staat met de mededeling dat hij zo snel mogelijk het land uit moet. Nina besluit hem naar Italië te brengen, naar hun oom â de enige familie die ze nog hebben. Tijdens de autorit komt ze erachter hoezeer Simon in korte tijd veranderd is. Hij zit naast haar, maar de afstand tussen hen lijkt onoverbrugbaar. Dan blijkt dat bij de Italiaanse familie feiten bekend zijn over hun vader, feiten die ze nooit hebben geweten. Nina's gevoel van onbehagen slaat om in een worsteling. Kan ze aan zichzelf, aan haar eigen gedachten ontsnappen en rust vinden? Als ze een paar dagen de bergen intrekt komt Nina door een bizarre situatie oog in oog te staan met haar eigen angst.