Marlise zit in de examenklas van de havo, maar het leren lukt helemaal niet. Ze kan zich niet concentreren en is vaak erg moe. De oorzaak daarvan is het diepe verdriet dat plotseling in het leven van haar familie kwam. Haar broertje, de kleine Robbie, werd aangereden door een auto en overleed. Sinds die tijd heeft Marlise het moeilijk thuis. Haar vader is opgenomen in een rusthuis en haar moeder loopt als een zombie door het huis. Ze heeft geen oog meer voor het huishouden, valt onredelijk uit tegen Marlise en is vaak nauwelijks aanspreekbaar. Jan-Willem, de jonge leraar Duits, ziet dat er iets mis is met Marlise. Hij besluit haar te helpen en heeft haar bijlessen, zodat ze toch de examens zal halen. Even lijkt het beter te gaan, maar dan loopt Marlise, na een ruzie met haar moeder, weg van huis ...