Misschien zijn mensen nog het meeste als muziekinstrumenten: ieder op zich kunnen ze een eigen liedje spelen, maar muziek krijg je pas als de stemmen zich dooreen weven tot een optelsom van hun klanken. Zo gaat dat in deze roman ook: alleen is het geen optelsom van klanken, maar van kijkrichtingen, perspectieven. In de twaalfde eeuw maakte men in de muziek de wereldschokkende stap om niet langer 'meerstemmig' te musiceren/zingen door op verschillende toonhoogten in wezen hetzelfde te zingen, maar door de stemmen te laten vervlechten. Dat noemde men de polyfone (= meerstemmige) harmonie (= samenklank). De optelsom van de stemmen vormde de nieuwe orde van een samengestelde klank. Zo is het ook in deze roman, die is niet als een vertellersverhaal vanuit één gezichtshoek kijkend naar de gebeurtenissen, het is ook geen psychologische roman waarin de ontwikkeling van één of enkele personen (en hun perspectieven) de hoofdtoon vormen van de roman. Nee, in deze roman is het de optelsom van al die kleine verhalen van zich al dan niet psychologisch ontwikkelende personen, de meerstemmige samenklank (polyfonie) van al die verschillende perspectieven en invalshoeken (caleidoscopie) van de 'meespelende' personages die de hoofdrol speelt.