Een spectaculaire redding van mensen die ergens opgesloten zitten, in een mijn, in een gezonken duikboot, is een gebeurtenis waarmee ieder intens meeleeft. Clarke heeft dit uitermate spannend verhaal op de maan gesitueerd, en dat is dan ook het enige toekomstelement erin: de rest is zo reëel dat het vandaag zou kunnen gebeuren. Wetenschappelijk is vastgesteld dat de maan bedekt is met zeer fijn stof, dat op sommige plaatsen in kuilen is opgehoopt tot ware stofmeren en stofzeeën. Want dit fijne stof vloeit als water. Men kan er op varen, als men maar zorgt er niet in weg te zinken, zoals men, op aardse zeeën kan varen en erin wegzinken. Een 'rondvaartboot' op, zo'n stofzee, de Zee van de Dorst, maakt met toeristen aan boord haar gewone routine tocht. Tot er een verzakking plaats heeft juist onder het schip, en in de aldus ontstane stof instorting verdwijnt de boot spoorloos. En ze zou spoorloos gebleven zijn als niet een jong geleerde de plaats van de ramp had weten vast te stellen. De reddingspogingen komen op gang, met allerlei tegenslagen. We volgen ze bijna ademloos, en tegelijkertijd zien we wat er in de boot gebeurt, hoe de diverse passagiers, de kapitein en de stewardess reageren. Er zijn~moedigen en bangen, er zijn dapperen en kleinzielige egoïstische lafaards: de karakters zijn zó uit het leven gegrepen. Een uitermate boeiend werk, knap geschreven, zonder gefantaseerde techniek: een echt menselijk boek, hetgeen men van science fiction niet altijd zonder meer; zeggen kan.