Een bejaarde vrouw wordt geobsedeerd door een lang voorbije liefdesrelatie. Een ongeneeslijk zieke man ontwikkelt een dwangmatige seksuele behoefte. Een vrouw dreigt zichzelf en haar psychotherapeut met haar vetzucht te overspoelen. In dit boek vertelt Irvin D. Yalom de verhalen van tien patiënten die in de loop van hun therapie werden geconfronteerd met existentieel verdriet. Ze worstelden allemaal met de problemen van het dagelijks leven: eenzaamheid, zelfverachting, impotentie, migraine, seksuele bezetenheid, zwaarlijvigheid, eenverterende liefdesobsessie, stemmingswisselingen, depressie. De therapie legde bij al deze mensen de diepe wortels van hun alledaagse problemen bloot. Yalom gelooft dat het in de psychotherapie altijd om existentiële pijn draait, niet om verdrongen driften of slecht begraven scherven van een tragisch, persoonlijk verleden. Het gaat om de harde, onontkoombare werkelijkheid: de onvermijdelijkheid van de dood onze essentiële eenzaamheid de afwezigheid van een duidelijke zin of betekenis van het leven. Op virtuoze wijze laat hij zien datdeze waarheden onder ogen moeten worden gezien – om ze vervolgens te kunnen aanwenden ten dienste van persoonlijke verandering en ontplooiing. Om uiteindelijk als volwaardig mens te kunnenleven.