Na een lange periode van revolutie, regeringsloosheid en bezetting moet de Nederlandse natie in 1813 politiek gezien helemaal opnieuw beginnen. Er is geen grondwet, geen landsbestuur en geen parlement. De politieke elite besluit van Nederland een constitutionele monarchie te maken en biedt prins Willem Frederik, zoon van de verjaagde stadhouder Willem V, de soevereiniteit aan. Maar die heeft zo zijn eigen ideeën over de verhouding tussen staatshoofd en parlement. De situatie wordt nog gecompliceerder wanneer in 1815 de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden worden verenigd. Al snel krijgt de regering van koning Willem i, zoals Willem Frederik na zijn kroning heet, autocratische trekken, wat niet bij iedereen in goede aarde valt. Jeroen van Zanten gaat na hoe de politieke elite in het Noorden reageerde op het 'systeem Willem I' en hoe daaruit een voor Noord-Nederland typische politieke cultuur ontstond die uiteindelijk tot de grondwetsherzieningen van 1840 en 1848 leidde. Schielijk, Winzucht, Zwaarhoofd en Bedaard laat zien dat in het tijdvak 1813-1840 belangrijke fundamenten van het Nederlandse politieke stelsel werden gelegd.