In zijn jeugd was Daniel Pennac een abominabele leerling, een jongen 'met afwaswater waar hersens horen te zitten'. Zijn vader was ingenieur, zijn drie oudere broers konden goed meekomen, maar voor Daniel bleef het idee van leren een groot raadsel. Zo deed hij er een jaar over om de letter a van het alfabet onder de knie te krijgen. Alle kennis die hij overdag in zich opnam, leek de volgende dag verdwenen. Pennac werd gered door vier gepassioneerde, onconventionele leraren die met veel geduld en creativiteit tot hem wisten door te dringen. Toen hij in 1968 eindelijk zijn diploma haalde, besloot hij zelf onderwijzer te worden. In Schoolpijn keert Pennac niet alleen terug naar de pijn en de frustraties van zijn schooljaren, maar houdt hij ook een vurig pleidooi voor de terugkeer van passie, rust en bevlogenheid in het onderwijs. Schoolpijn is een even ontroerend als scherpzinnig boek, vol persoonlijke herinneringen, rake observaties, glasheldere analyses en hilarische anekdotes. Daniel Pennac (Casablanca, 1944) bracht zijn jeugd door in Ethiopië, Algerije en Ivoorkust. Hij is de auteur van romans, essaybundels en kinderboeken. Van zijn boek Pleidooi voor het lezen werden ruim een miljoen exemplaren verkocht. Samen met illustrator Jacques Tardi maakte hij de graphic novel De verloedering, die in 2001 met de Stripschapprijs werd bekroond. Bij Meulenhoff verscheen eerder zijn roman De dictator en de hangmat.