In het kader van het Livre Noir, het zwartboek over de communistische misdaden tegen de mensheid en het debat Bolkestein over communisme en fellow-travellen in Nederland komen nu twee gerenommeerde Oost-Europa kenners aan het woord. Martin van den Heuvel, die onlangs zijn herinneringen in Uit het leven van een anticommunist op papier zette en Dick Verkijk, die in Van pantservuist tot pantservest terugblikt op 60 jaar (on)journalistieke ervaringen nemen nu stelling. Schuld en boete, met deze zware aan de Russische literatuur verbonden naam, wikken en wegen zij zeventig jaar communistische dwaling. Beide auteurs grijpen hierbij terug op de oude wortels van het idealisme dat zich perverteerde in de loop der jaren. Het wordt tijd dat de Nederlandse intellectuelen ook de hand in eigen boezem steken. De auteurs kijken in dit vlot geschreven werk terug op de Historikerstreit, de verwijtbare onwetendheid over de ware aard van zowel communisme als nationaal-socialismen, ze ontmaskeren de mantelorganisaties - de 'erintrappers'! - doorlichten de Ostpolitik en staan stil bij sleutelfiguren als Jan Blokker en Albert van den Heuel. Schuld en boete is geschreven met een duizelingwekkende openheid en is de oprechte verontwaardiging van twee vakmannen.