Geheimen Er drijft een meer in de vlakte die van donkerrood stof is, spiegelend water met wal eromheen. Alleen de zon kan naar zichzelf kijken, wij kunnen er niet bij, geen blik in werpen. Wij moeten weten wie we zijn zonder te zien op wie we lijken. Wij zitten vaster aan de aarde dan het vee dat zich voorover vol komt drinken, wij staan lager, staren in de grond die dof is, blijven beneden besloten in het beeld van wie we denken dat we zijn.