In Boksbout en gewassen kers probeert Pieter Breman (Zwolle, 1948) aan te tonen dat het lezen en schrijven van gedichten een ernstig spel is: een even diepgaand als dartel bedrijf. Waarbij verbazing over de kracht, mogelijkheden en reikwijdte van de taal om de voorrang twist met ontzag voor de intensheid van de beelden en zienswijzen die in gedichten kunnen worden opgeroepen. In korte beschouwingen onderzoekt hij de betrekkingen tussen dichtkunst en bijvoorbeeld krankzinnigheid, muziek, wiskunde, eten, hofmakerij, sciencefiction, imitatie, waarnemen en denken. Hij gaat in op het vertalen van poëzie, op het schrijven van gedichten over het schrijven van gedichten en schrikt niet terug voor de behandeling van lichtvoetige versvormen als ready made, cadavre exquis en ollekebolleke. Deze kleine, sprankelende essays vormen de weerslag van de leeservaringen van een dichter en de schrijfervaringen van een lezer. Dit alles wordt geïllustreerd met voorbeelden uit zijn en andermans werk. Een prachtige, toegankelijke inwijding in de poëzie voor de schroomvallige en de bevooroordeelde en een prettig weerzien voor de liefhebber.