In een periode van geweld en sociale beroering kwam Soeharto in 1966 aan de macht en vestigde een nieuw regime. Hij zei het beste met zijn land voor te hebben; een sterke, hechte en welvarende natie moest Indonesië worden. Toch wordt Soeharto vooral geassocieerd met schending van mensenrechten en met grenzeloze corruptie. Na de dramatische ineenstorting van zijn machtssysteem in 1998, liet hij een land in grote problemen achter. Wie is deze zelfbenoemde vader van de natie, die zo veel macht en inlvoed had, maar die toch zo mysterieus is gebleven? Robert Elson schildert een gedetailleerd biografisch portret en onderzoekt welke omstandigheden en ideeën Soeharto's presidentschap hebben bepaald.