De titel van de nieuwe bundel van F. Starik is ontleend aan een goedkope supermarktwijn, die lang niet smerig smaakt, en verwijst naar de ambitie van de dichter ‘te wandelen in het overweldigende zonnelicht, zelfs al schijnt zij op haar schoonst, wanneer zij ondergaat’. Starik schrijft gevaarlijk toegankelijke poëzie. In een laconiek parlando vertelt hij over zijn verhouding tot de grote onderwerpen die ieder mens bewegen: liefde, dood en verbondenheid. Starik weet verbazing en compassie, scherpte en achteloosheid, vlees en taal in zijn gedichten naadloos met elkaar te verbinden. Simpel maar diepzinnig, contemplatief maar nooit somber: Starik is een meester in de ironie. Met Songloed zet hij een nieuwe stap op weg naar een imposant dichterschap.