Omstreeks 1777 noemden bezoekers aan Amsterdam de prostituees, de kruiers en slepers, de koffiehuizen en gaarkeukens, de openbare toiletten maar ook de vele bloemen waarmee zelfs de armste handwerksman zijn huis sierde. Bovenal stond de stad bekend als een stinkend en vochtig oord, waartegen bewoners zich dagelijks wapenden door het soppen van stoepen en ramen en door zichzelf overmatig te bepoederen. In ditzelfde jaar 1777 werd aan de Amsterdamse Leliegracht Maatschappij Felix Meritis opgericht, een genootschap dat zich liet leiden door de verlichtingsidealen en zich richtte op de bevorderingen van kunst en wetenschap. Deze verlichting verhaalt van al die mensen die het gebouw in 230 jaar bewoonden en bezochten, onlosmakelijk verbonden met de culturele en maatschappelijke geschiedenis van Amsterdam.