Begin jaren zeventig komen twee stellen toevallig naast elkaar te wonen aan een Amsterdamse kade. Al snel delen zij lief en leed en vormen hun huizen met gemeenschappelijke tuin een belangrijke ontmoetingsplaats voor een uitgebreide vriendenkring. Paul Welbron zegt over die tijd: 'We waren allemaal verliefd op elkaar.' Dertig jaar later wordt Paul onverwachts geconfronteerd met het verleden. De zoon van zijn vroegere buurman Kars schrijft hem een brief, waarin hij de vraag stelt: 'Denkt u dat het leven van mijn vader is mislukt?' Om een antwoord te vinden op deze vraag besluit Paul terug te keren naar Ameland, waar hij twintig jaar eerder een vakantie doorbracht met Kars. Spiegelpanden is het meeslepende verhaal over de levenslange consequenties van een vriendschap.