Sri Ramakrishna (1836-1886), de 'heilige van Bengalen', zoals hij in India genoemd wordt, was daar een van de grote geestelijke leraren van de 19e eeuw. Merkwaardig is, dat hij in Europa minder bekendheid geniet dan zijn begaafde leerling Swami Vivikananda, die de bekende basiswerken over Yoga schreef: 'Karma- en Bhakti-Yoga', Jnana-Yoga' en 'Raja Yoga'. Ofschoon orthodox brahmaans opgevoed, ontwikkelde Ramakrishna zich tot universeel leraar en stelde dat vele wegen naar hetzelfde doel leiden, naar God. 'Hij verdiepte zich in het Christendom en de Islam, sprak net als Christus in parabels en in zijn leer ziet de lezer de kern van het Christendom duidelijk weerspiegeld. Het boek start met een levensbeschrijving, geeft dan zijn leer, en tenslotte de prachtige parabels die hij gebruikte om zijn leer te verduidelijken. Kortom een boek, dat inspirerend werkt als gids voor het dagelijks leven.