De ik-figuur brengt aan het begin van de jaren negentig een paar maanden door in Los Angeles – de stad der engelen – op uitnodiging van het Getty Center. Ze onderzoekt daar de brieven van een zekere L. uit de nalatenschap van een overleden vriendin, wier levenslot zij probeert na te gaan. Het is een vrouw die vanuit het nationaalsocialistische Duitsland naar de Verenigde Staten is geëmigreerd. De verteller observeert de 'American way of life' en duikt in het verleden van New Weimar onder de Palmen, zoals Los Angeles als kolonie van Duitstalige migranten tijdens de Tweede Wereldoorlog genoemd werd. Ze wordt ondertussen voortdurend aan de tand gevoeld over het net weer verenigde Duitsland. Zal het virus van de mensenverachting in deze nieuwe ongewisse situatie voor Duitsland weer de kop opsteken? 'Stad der engelen' is een rijke, veelomvattende roman over het leven in de twintigste eeuw, over herinneren, vergeten en verdringen, over de verhouding tussen staat en individu, Oost en West, over vriendschap en loyaliteit, over politiek, geschiedenis en cultuur, over ballingschap en thuisblijven.