München, 1907. In Café Stefanie, waar bohemiens en avantgarde-kunstenaars zich verzamelen, zijn de revolutionaire behandelmethodes van psychoanalyticus Otto Gross het gesprek van de dag. Zijn therapieën duren dag en nacht, hij maakt geen onderscheid tussen leven en leer. Als een van de origineelste leerlingen van Freud geniet hij veel aanzien. Tegelijkertijd weet iederen van zijn cocaïneverslaving en zijn vele liefdesrelaties.