Een visser vindt een lichaam in de zee. Het is Sara, een zevenjarig meisje uit het plaatsje Fjallbacka, aan de westkust van Zweden. Lijkschouwing wijst uit dat zij niet in zee is verdronken maar waarschijnlijk in een badkuip: in haar longen zit zoet water met zeepresten. Inspecteur Patrik Hedstrom leidt het politieonderzoek. Hij kent het meisje: zijn vrouw Erica en Sara's moeder Charlotte zijn vriendinnen. Tijdens het onderzoek komen merkwaardige zaken aan het licht. Sara heeft as in haar slokdarm en maag. De as blijkt tussen de vijftig en honderd jaar oud te zijn en is afkomstig uit een houten doosje dat van Lilian is, de oma van Sara. Het gaat om de overblijfselen van de steenhouwer Anders Andersson en van de tweelingbroers Karl en Johan, die in de jaren twintig van de vorige eeuw bij een brand omkwamen. Of werden zij eerst vermoord en werd daarna brand gesticht? Maar hoe houden gebeurtenissen van tachtig jaar geleden verband met de dood van Sara?