In het Westen is soms nog wel bekend dat een deel van het Iraakse volk na de tweede Golfoorlog in opstand kwam tegen Saddam Hoessein, maar hoe dramatisch het daarna verliep is nauwelijks tot ons doorgedrongen. Mowaffk Al-Sawad was erbij. Hij kwam na het mislukken van de opstand terecht in een opvangkamp midden in de woestijn in het niemandsland tussen Irak en Saoedi-Arabië. Op die plek, in van elkaar met prikkeldraad afscheiden kampementen, verbleef hij samen met duizenden anderen vier jaar, vergeten door de rest van de wereld. Zijn broer zat een kampement verder. Door middel van briefjes gebonden aan vliegers konden ze met elkaar in contact blijven en berichten uitwisselen. Die brieven zijn de bron voor de roman Stemmen onder de zon, waarin Al-Sawad zijn ervaringen in de hete woestijn vertelt. Bloemrijk verhaalt hij over de schokkende ervaringen van de vluchtelingen die nergens welkom waren, over de ontberingen en vernederingen in het kamp en over de grote hongerstaking. In zijn brieven haalt hij flink uit naar Saddam Hoessein, maar ook naar de Saoedi's, de Amerikanen en de verstikkende invloed van enkele imams in het kamp. Dit boek vertelt een schokkend relaas aan de westerse lezer.