Met het oog van een antropoloog en de pen van een dichter brengt Trouw-journalist Wim Boevink dagelijks verslag uit van de grote en kleine wereld om hem heen. Boevink schrijft `dienstbaar , zo is wel eens over hem gezegd, `niet ter meerdere eer en glorie van zichzelf . Boevinks `Klein verslag zoals zijn rubriek in de krant is getiteld is daarom ook een verademing in het Nederlandse columneske landschap. Boevink oordeelt niet, bekijkt alles van een afstandje, wacht af en noteert wat hij ziet; of hij nu schrijft over Obama, Federer, het verdwijnen van een kledingzaak, of over de cavia s van zijn kinderen. Het is nooit lawaaierig, de toon is mild incidenteel ironisch en vol zelfspot en altijd waarachtig.