Stormsonate van Kees Verheul is zowel een historische roman en documentaire als een dagboek en autobiografie. Het boek bestaat uit een tweetal verhalen. 'Onweer in de Alpen' gaat over de jonge Tutcheff, pasgetrouwd diplomaat en dichter. Het is 1828, het gezelschap spreekt over politieke en culturele zaken, de lucht is doorgetrokken van Duitse Romantiek. Tijdens een rijtoertje verbeeldt een koetsier zich dat hij de zojuist gestorven Beethoven is. Hoewel er een verwachtingsvolle, opgeruimde sfeer heerst, passeren niet mis te verstane antisemitische opmerkingen de revue: voorbodes van het onweer dat een eeuw later zal losbarsten. In het tweede verhaal 'De vervulling' is het zover: de Tweede Wereldoorlog is uitgebroken en daarover vertelt Verheul vanuit zijn eigen perspectief: dat van een klein kind, opgroeiend in zijn eigen perspectief: dat van een klein kind, opgroeiend in Hengelo. Aan de orde komen het angstaanjagend loeien van het luchtalarm, de soms ondoorgrondelijke rol van zijn vader in de oorlog, de verhouding tussen zijn ouders, de theaterbezoeken met zijn vader, zijn eigen rol in het gezin. Het wordt door Verheul wonderbaarlijk ombevangen opgetekend, als door de ogen van een kind – maar dan wel een heel opmerkzaam, nieuwsgierig, scherp observerend kind.