In dit deeltje van de Miniaturenreeks wordt de wereld van de vier grote Bourgondische hertogen geschetst, vanaf Filips de Stoute, die in 1363 hertog van Bourgondië werd, tot en met Karel de Stoute, die in 1477 voor Nancy sneuvelde. Filips de Stoute wist door zijn huwelijk met de Vlaamse erfdochter een deel van de Nederlanden aan zijn territorium toe te voegen. Zijn zoon Jan zonder Vrees (1404-1419) en zijn kleinzoon Filips de Goede (1419-1467) wisten door slimme politiek dit gebied uit te breiden, zodat het Bourgondische rijk een belangrijke speler op het West-Europese toneel werd waar andere vorsten terdege rekening mee moesten houden. Na de dood van Karel de Stoute kwam het gebied in Habsburgse sfeer, omdat zijn enige dochter gehuwd was met de Duitse keizerszoon Maximiliaan. Niet alleen politiek hebben de hertogen hun stempel gedrukt op de late middeleeuwen, ook in cultureel opzicht was de Bourgondische periode van groot belang, hetgeen blijkt uit de overgeleverde miniatuur- en schilderkunst. Na een chronologisch hoofdstuk getiteld 'De vier hertogen' komen in een aantal thematische hoofdstukken verschillende aspecten van de Bourgondische tijd aan de orde.