Kom ik in Eindhoven, dan trekt mijn hart toch naar dat Trudoplein, met die vreemde kerk, een hybride neogothisch bouwwerk, een wangedrocht in baksteen. In 2003 bestond de Sint Theresiakerk 75 jaar. Ik schreef in het jubileumboekje Een regen van rozen in 2003 dat deze gebouwen opgericht zijn om gestalte te geven aan het onzienlijke. Dat doen zij nog. Nog steeds. In 2012 voleindt de Sint Trudokerk haar honderdvijfentwintigste jaar als liturgische plek van samenkomst en aanbidding. De gebouwen zullen er nog wel staan na het vergaan van mijn geslacht dat daar nog kerkte - het zijn erkende monumenten - maar de mensen die hen tot dat doel moeten bezielen door hen daartoe te bevolken zullen er niet zijn. Niet meer. Het schijnt onontkoombaar. Wie zal het zeggen? De Sint Joris te Stratum en de Petrus-kerk aan de Woenselse Kloosterdreef zullen dan gebruikt worden voor die doelen door hen die dan nog belijdend katholieken willen heten. Zo wil het het Bisdom Den Bosch, dat ook moet roeien met de riemen die het heeft. De Strijpse gebouwen zullen dan, wat mij betreft, rijd ik met de bus er langs, ontzield schijnen. En Strijp óók.