'Vroeger wist men dat de liefde een ziekte was.' Vanuit zijn dekstoel is Zeylmaker, de 'dichter van het geluk', getuige van een ontmoeting; een jongen spreekt een meisje aan. Terwijl het schip opstoomt door het kanaal naar Suez, doet Zeylmaker nauwgezet verslag van de scheepsromance die zich voor zijn ogen afspeelt. Maar wat hij ziet gebeuren roept herinneringen op, die zich steeds sterker laren gelden. Langzaam maar zeker krijgt het verleden het heden in zijn greep en ziet hij zich gedwongen tot een bekentenis: het verhaal van zijn eigen liefde. Suez is een roman over zien en gezien worden, heden en verleden, schuld en onschuld en de tegenstelling tussen liefde en passie.