Tamar wordt door haar grootmoeder Simcha grootgebracht omdat haar moeder in het kraambred is overleden. Simcha's geschiedenis bevat vele raadselen. Als jonge vrouw is ze per boot van Oost-Europa naar Palestina geëmigreerd, nadat haar familie bij een pogrom is omgekomen. Slechts één nacht brengt ze door met haar kersverse echtgenoot en zeven maanden later bevalt ze van een tweeling. Men zegt dat ze het jongetje heeft gedood. Het meisje heet Nechama, de moeder van Tamar. Tamar probeert de wrede en noodlottige krachten bloot te leggen die de geschiedenis van haar familie hebben bepaald. Tegen de achtergrond van Tamars zoektocht komt de stad Jaffa van vroeger tot leven, een kleurrijke stad vol lusten, intriges, geloof, bijgeloof en mysterie. Een stad in een turbulente periode waarin de spanning tussen de drie godsdiensten (joden, christenen, moslims) hoog oploopt.