Frida Vogels leer tante Lucietta kennen in 1982, wanneer zij, vijfenzeventig jaar oud, na verblijf van 40 jaar in Argentinië naar San Severo terugkeert. Haar komst wordt een groot succes; met haar warme en opgewekte karakter, haar liedjes, haar danspasjes en de verrukkelijke maaltijden die ze bereidt, brengt ze geur en fleur in huis. Ze treedt iedereen onbevangen tegemoet maar ook enkele onwrikbare opvattingen over stands- en sekseverschillen: ze kijkt neer op de lagere klassen en ze vindt de man absoluut superieur aan de vrouw. Tussen Frida en tante Lucietta groeit de band van oprechte wederzijdse genegenheid.